Fiscaal partner mag in beroep komen voor eigen zorgkosten
Een vrouw is het niet eens met de afwijzing van de aftrek van haar zorgkosten in de aangifte van haar ex-man. Ze maakt namens hem bezwaar, maar niet op eigen naam. Later wil ze in hoger beroep voor zichzelf. Het hof overweegt dat dit niet mogelijk is, aangezien zij eerst voor zichzelf bezwaar had moeten maken. De Hoge Raad vernietigt deze uitspraak: ze mag wel in hoger beroep komen, tenzij ze echt zelf bezwaar had moeten maken.
Zorgkosten in aangifte van de partner
De vrouw en haar toenmalige man waren in 2015 fiscaal partners. Haar zorgkosten stonden in zijn aangifte. De inspecteur liet maar een deel van de zorgkosten in aftrek toe. De vrouw maakte daarop bezwaar, maar ze deed dat namens haar man. Niet op haar eigen naam. Later ging ze in beroep en vervolgens in hoger beroep. Op het formulier vulde ze in: "Alleen voor mijzelf". Het hof vroeg om een machtiging van haar ex-man, maar de machtiging gaf ze niet. Ze gaf aan dat de rechtbank reeds had bepaald dat het om haar eigen zorgkosten ging. Het hof verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk. De reden hiervoor was dat zij eerst zelf bezwaar had moeten maken.
Voor eigen belangen opkomen
De Hoge Raad overweegt dat deze mevrouw ‘gewoon’ voor zichzelf hoger beroep had ingesteld. Het hof had niet mogen zeggen dat ze een machtiging nodig had.
De wet zegt dat je in beroep mag komen als het om jouw eigen inkomen of vermogen gaat, ook al staat de aanslag op naam van iemand anders. Deze vrouw mocht dus bezwaar maken en in beroep komen tegen de aanslag van haar ex-man, omdat het om haar eigen zorgkosten ging. Er is wel een wetsregel die luidt dat je niet in beroep kunt komen als je bezwaar had moeten maken, maar dat niet hebt gedaan.
Wanneer alsnog in beroep?
De Hoge Raad overweegt dat het hof moet onderzoeken of deze mevrouw een verwijt valt te maken. Kon ze redelijkerwijs weten dat ze zelf bezwaar moest maken? Dat moet het hof nu beoordelen.